5. constateert grote bezorgdheid dat de infl
atie in de eurozone sinds 2011 onverminderd een neergaande lijn
volgt en tussen de lidstaten verschilt; wijst met nadruk op de aanzienlijke discrepantie die momenteel zichtbaar is tussen het expliciete streefdoel van de ECB om de inflatie op middellange termijn onder, maar dicht bij
2% te houden en de huidige inflatiepercentages, die bijna tot 0% zijn gedaald en in sommige lidstaten van
...[+++]de eurozone zelfs onder de 0% liggen; vindt het zorgwekkend dat, zoals ook werd erkend door de president van de ECB, de huidige deflatoire ontwikkelingen ertoe zouden kunnen leiden dat de inflatieverwachtingen voor de middellange tot langere termijn op drift raken; 5. bekundet seine Bedenken angesichts des seit 2011 anhaltenden Abfalls der Inflationsrate im Euroraum sowie angesichts der Unterschiede der
Inflationsraten der Mitgliedstaaten; betont, dass zwischen dem ausdrücklichen Ziel der EZB, die Inflationsrate mittelfristig bei unter, aber nahe 2 % zu halten, und den aktuellen Inflationsraten, die nahe bei null und in einigen Mitgliedstaaten sogar unter null liegen, eine große Diskrepanz besteht; ist besorgt darüber, dass die aktuellen, vom Präsidenten der EZB bestätigten Tendenzen in Richtung einer Deflation zu einer Entankerung der mittel- bis langfristigen Inflationserwartungen führen könnte
...[+++]n;