In zoverre het bestreden artikel 8, dat artikel 365, § 2, eerste lid, d), van het Gerechtelijk Wetboek wijzigt, bepaalt dat de als benoemings
voorwaarde vereiste ervaring in de privé-sector of als zelfstandige in aanmerking komt voor een
maximumduur van zes jaar vanaf 1 januari 2003 « onder voorbehoud van de toepassing van de bepaling van punt a) », neemt de wetgever de in artikel 365, § 2, eerste lid, a), van het Gerechtelijk Wetboek neergelegde bepali
...[+++]ng over volgens welke voor de berekening van de anciënniteit van magistraten de tijd van inschrijving bij de balie die op het tijdstip van de benoeming vier jaar te boven gaat, in aanmerking komt. Insofern der angefochtene Artikel 8, der Artikel 365 § 2 Absatz 1 Buchstabe d) des Gerichtsgesetzbuches abändert, besagt, dass die als Ernennungsbedingung vorgeschriebene Erfahr
ung im Privatsektor oder als Selbständiger berücksichtigt wird für eine Höchstdauer von sec
hs Jahren ab dem 1. Januar 2003 « vorbehaltlich der Anwendung der Bestimmung von Buchstabe a) », übernimmt der Gesetzgeber die in Artikel 365 § 2 Absatz 1 Buchstabe a) des Gerichtsgesetzbuches festgelegte Bestimmung, wonach für die Berechnung des Dienstalters von Magistra
...[+++]ten die Zeit der Eintragung in der Anwaltskammer, die zum Zeitpunkt der Ernennung mehr als vier Jahre beträgt, berücksichtigt wird.