Art. 26. § 1. Aan het einde van hun aanwijzing genieten de personeelsleden van het kabinet die van de Regeringsdiensten of, meer algemeen, van elke overheidsdienst gedetacheerd zijn, of van wie het contract in hun oorspronkelijk statuut is opgeschort en die het kabinet verlaten een eindekabinetsverlof naar rato van een werkdag per maand geproratiseerde detachering in geval van deeltijdse prestatie, met een minimum van drie en een maximum van vijftien werkdagen.
Art. 26 - § 1. Am Ende ihrer Benennung haben die Personalmitglieder des Kabinetts, die von den Dienststellen der Regierung oder jeglicher öffentlichen Dienststelle im Allgemeinen abgeordnet wurden, oder deren Vertrag in ihrem ursprünglichen Statut unterbrochen wurde, und die das Kabinett verlassen, Anspruch auf einen Urlaub für Kabinettsende, der einem Werktag pro Monat der Abordnung entspricht, und der im Falle von Teilzeitleistungen quotisiert wird, mit einer Mindestanzahl von drei Werktagen und einer Höchstanzahl von fünfzehn Werktagen.
