De bestreden bepalingen voorzien erin dat, enerzijds, aan de universitaire instellingen de bevoegdheid wordt toegekend om per « site », namelijk een geografische locatie met infrastructuren die door instellingen voor hoger onderwijs voor hun activiteiten wordt gebruikt (artikel 37, § 1), universitaire studiecycli in te richten, waarbij die bevoegdheden worden gedefinieerd in bijlage III van het decreet van 31 maart 2004 (artikel 38, vijfde lid (vierde lid in de Nederlandse vertaling)).
Die angefochtenen Bestimmungen sehen einerseits vor, dass den Universitätseinrichtungen Ermächtigungen zur Organisation der Zyklen der Universitätsstudien nach « Standorten » erteilt wird, nämlich einer geographischen Anordnung von Infrastrukturen, die die Hochschuleinrichtungen für ihre Tätigkeiten benutzen (Artikel 37 § 1), wobei diese Ermächtigungen in Anhang III des Dekrets vom 31. März 2004 definiert sind (Artikel 38 Absatz 5).