4. herhaalt zijn overtuiging dat dankzij een gedegen beleid inzake regionale ontwikkeling in de achtergebleven gebieden nieuwe economische initiatieven moeten worden bevorderd, een optimaal gebruik van de regionale hulpbronnen moet worden gestimuleerd en de factoren die tot achterstand leiden structureel worden weggenomen, in plaats van het zich beperken tot symptoombestrijding met slechts een compenserende overdracht van middelen;
4. ist davon überzeugt, dass eine seriöse Regionalentwicklungspolitik in den rückständigen Gebieten ein Umfeld schaffen muss, das neue Wirtschaftsinitiativen fördert, die optimale Nutzung der regionalen Ressourcen begünstigt und strukturell die entwicklungshemmenden Faktoren ausräumt, anstatt sich darauf zu beschränken, die Auswirkungen durch rein kompensatorische Mitteltransfers abzumildern;