2. Een programmaland kan aan de deelnemers van het programma nationale middelen ter beschikking stellen, die volgens de voorschriften van het programma beheerd worden, en daartoe gebruik maken van de gedecentraliseerde structuren van het programma, voor zover dit land naar evenredigheid deelneemt in de financiering daarvan.
(2) Ein am Programm teilnehmendes Land kann für die betreffenden Teilnehmer und Teilnehmerinnen nationale Mittel bereitstellen, die gemäß den Programmvorschriften verwaltet werden, und dafür die dezentralen Strukturen des Programms in Anspruch nehmen, sofern es sich anteilsmäßig an deren Finanzierung beteiligt.