Derde middel, ontleend aan schending van artikel 9, lid 4, van de basisverordening, waarin w
ordt vereist dat de rechten alleen worden opgelegd voor zover zij nodig zijn om de gevolgen van schadetoebrengende dumping te ondervangen; van artikel 14, lid 1, van de basisverordening, waarin wordt vereist dat rechten onafhankelijk van de douanerechten, belastingen en andere heffingen worden geïnd; en artikel 20, leden 1 en 2, van de basisverordening, waarin wordt vereist dat de voornaamste feiten en overwegingen worden vermeld op grond waarvan antidumpingrechten zijn ingevoerd, nu verweerder kennelijke fouten heeft begaan
...[+++] bij de berekening van de schademarge en geen motivering heeft aangedragen.Dritter Klagegrund: Verstoß gegen Art. 9 Abs. 4 der Grundverordnung, wonach Zölle nur insoweit eingeführt würden, soweit sie zum Ausgleich der Wirkungen des schädigenden Dumpings notwendig seien. Verstoß gegen Art. 14 Abs. 1 der Grundverordnung, wonach diese Zölle unabhängig von den
Zöllen, Steuern und anderen Abgaben erhoben würden. Verstoß gegen Art. 20 Abs. 1 und 20 Abs. 2 der Grundverordnung, wonach die wesentlichen Tatsachen und Erwägungen, auf deren Grundlage Antidumpingzölle eingeführt worden seien, mitzuteilen seien, da der Beklagte eine Reihe offenkund
iger Fehler bei der Berechnung ...[+++] der Schädigungsspanne begangen und auch keine Begründung vorgelegt habe.