3. Wat betreft de invasieve uitheemse soorten die zijn opgenomen in de in lid 2 van dit artikel bedoelde lijsten, kunnen de lidstaten binnen de respectieve ultraperifere regio's de in de artikelen 7 tot en met 9, de artikelen 13 tot en met 17, en de artikelen 19 en 20 voorziene maatregelen toepassen, al naargelang het geval.
(3) Bezüglich der in den Listen gemäß Absatz 2 aufgeführten invasiven gebietsfremden Arten können die Mitgliedstaaten, falls erforderlich, in den betreffenden Regionen in äußerster Randlage Maßnahmen gemäß den Artikeln 7 bis 9, 13 bis 17, 19 und 20 ergreifen.