2. Binnen tien kalenderdagen na ontvangst van het verzoek brengt de aangezochte staat de verzoekende staat schriftelijk op de hoogte van de instemming met de doorgeleiding, met bevestiging van de plaats van binnenkomst en het geplande tijdstip van overname, of van de afwijzing van de doorgeleiding en van de redenen voor deze afwijzing.
(2) Der ersuchte Staat unterrichtet den ersuchenden Staat innerhalb von zehn Kalendertagen nach Eingang des Ersuchens schriftlich über die Zustimmung zur Durchbeförderung, wobei er den Einreiseort und den vorgesehenen Zeitpunkt der Übernahme bestätigt, bzw. über die Ablehnung der Überstellung und die diesbezüglichen Gründe.