26. doet een beroep op Duitsland en het Ver
enigd Koninkrijk om hun voortgezette toestemming voor interceptie van communicatie door de inlichtingendiensten van de Verenigde Staten vanaf hun grondgebied afhankelijk te stellen van de vraag of deze activiteiten in overeenstemming zijn met het EVRM, d.w.z. dat zij voldoen aan het beginsel van proportionaliteit, dat hun rechtsgrondslag transparant is en de gevolgen ervan voor de individuele persoon duidelijk zijn en dat er een doelmatige controle op deze activiteiten bestaat, aangezien deze landen verantwoordelijk zijn voor de conformiteit met de mensenrechten van vanaf hun grondgebied uitgevo
...[+++]erde - of zelfs maar gedulde - activiteiten van inlichtingendiensten;
26. appelliert an Deutschland und das Vereinigte Königreich, die weitere Gestattung von Abhören von Kommunikation durch Nachrichtendienste der USA auf ihrem Gebiet davon abhängig zu machen, dass diese im Einklang mit der EMRK stehen, d. h. dass sie dem Verhältnismäßigkeitsgrundsatz genügen, ihre Rechtsgrundlage zugänglich und die Wirkung für den Einzelnen absehbar ist, sowie dass eine entsprechend effiziente Kontrolle besteht, da sie für die Menschenrechtskonformität genehmigter oder auch nur geduldeter nachrichtendienstlicher Tätigkeit auf ihrem Territorium verantwortlich sind;