Elke lidstaat die uit hoofde van artikel 18, lid 6, de op zijn grondgebied gevestigde ondernemingen verplicht heeft een einde te maken aan het gelijktijdig uitoefenen van de werkzaamheden die zij op de voor hen geldende datum, bedoeld in artikel 18, lid 3, verrichtten, moet deze verplichting ook opleggen aan de in deze titel bedoelde agentschappen en bijkantoren die op zijn grondgebied zijn gevestigd en aldaar de twee werkzaamheden gelijktijdig uitoefenen.
Jeder Mitgliedstaat, der gemäß Artikel 18 Absatz 6 die in seinem Hoheitsgebiet ansässigen Unternehmen verpflichtet hat, die gleichzeitige Ausübung der Tätigkeiten, die sie zu dem in Artikel 18 Absatz 3 genannten Zeitpunkt ausübten, zu beenden, muss diese Verpflichtung auch den in seinem Hoheitsgebiet ansässigen, unter diesen Titel fallenden Agenturen und Zweigniederlassungen auferlegen, welche die betreffenden Tätigkeiten zugleich ausüben.