Idealiter beschikt de kandidaat over een grondige kennis van de taxonomische erkenning en de ecologie van de in de bossen levende geleedpotigen (voornamelijk schildvleugeligen, tweevleugeligen en duizendpootachtigen) en de werking van het ecosysteem van het bos, beheerst hij/zij de technieken van monsternemingen betreffende die biologische groepen en heeft hij/zij de vaardigheid om plannen voor het doorvoeren van proeven op te stellen.
Die Bewerber sollten fundierte Kenntnisse im Bereich der taxonomischen Erkennung und der Ökologie der Forstarthropoden (hauptsächlich der Koleopteren, Zweiflügler und Tausendfüssler), der Probenahmetechnologie für diese biologischen Gruppen und der Ausarbeitung einer Versuchsplanung, sowie der Funktion des Forstökosystems haben.
