Het Hof van Justitie heeft geconcludeerd (25), zoals ook het Verenigd Koninkrijk zelf stelt, dat „[.] het gemeenschapsrecht [.] niet in de weg staat aan de vrijheid van iedere lidstaat om [.] voor bepaalde producten, zelfs indien deze gelijksoortig zijn in de zin van artikel 90, eerste alinea, EG, een stelsel van gedifferentieerde belastingheffing in te voeren [.]”.
Der Gerichtshof vertritt die Ansicht (25), wie das Vereinigte Königreich selbst behauptet, dass „das Gemeinschaftsrecht beim derzeitigen Stand seiner Entwicklung nicht die Freiheit der Mitgliedstaaten [beschränkt], ein differenziertes Steuersystem für bestimmte, sogar im Sinne von Art. 90 Abs. 1 EG gleichartige Erzeugnisse nach Maßgabe objektiver Kriterien zu errichten“.