10. wijst erop dat iedere strategie ten aanzien van kinderrechten gebaseerd moet zijn op de vier grondbeginselen van het VN-Verdrag inzake de rechten van het kind: bescherming tegen alle vormen van discriminatie, voorrang aan het belang van het kind, het recht van het kind op leven en persoonlijke ontwikkeling, evenals het recht van het kind op vrijheid van meningsuiting.
10. weist darauf hin, dass jede Strategie über die Kinderrechte sich auf die vier Grundprinzipien der UN-Kinderrechtskonvention stützen muss: Schutz vor allen Formen der Diskriminierung, Wohl des Kindes als oberstes Gebot, Recht des Kindes auf Leben und persönliche Entwicklung sowie Recht des Kindes auf freie Meinungsäußerung.