1. Iemand mag niet worden ontscheept of op andere wijze worden overgedragen aan de autoriteiten van een land waar hij een ernstig risico loopt aan de doodstraf, aan folteringen of aan andere onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen te worden onderworpen, dan wel te worden verwijderd, uitgezet of uitgeleverd aan een ander land; dit is in strijd met het beginsel van non-refoulement.
(1) Niemand wird ausgeschifft oder auf andere Weise den Behörden eines Staates überstellt, in dem der betreffenden Person Todesstrafe, Folter oder eine sonstige unmenschliche oder erniedrigende Behandlung oder Strafe drohen oder in dem eine ernsthafte Gefahr der Ausweisung, Abschiebung oder Auslieferung in ein anderes Land unter Verstoß gegen den Grundsatz der Nichtzurückweisung besteht.