De vraag met betrekking tot de politieke verantwoordelijkheid luidde dus als volgt: moeten wij wel of niet steun verlenen aan iets dat weliswaar niet volstrekt aansluit bij onze voorkeur – te weten de communautaire methode – maar wel een versterking inhoudt van ons collectieve vermogen om uitdagingen aan te gaan die niet uitdrukkelijk zijn voorzien in het Verdrag?
Die Frage nach der politischen Verantwortung war daher folgende: Sollen wir etwas unterstützen, das, auch wenn es nicht genau das ist, was wir bevorzugen – nämlich die Gemeinschaftsmethode –, dennoch unsere gemeinsame Fähigkeit stärkt, auf Herausforderungen zu reagieren, die nicht ausdrücklich im Vertrag vorgesehen waren, oder nicht?