4. verzoekt de Raad en de Commissie een einde te maken aan de onduidelijkheid in het beleid van de Unie ten aanzien van Cuba en iets anders in de plaats te stellen van zowel het huidige ongecoördineerde beleid van de lidstaten die overeenkomstig hun individuele belangen in Cuba handel drijven en investeren, als het in 1996 vastgelegde gemeenschappelijk standpunt, en wel door het tenuitvoerleggen van een nieuw alomvattend beleid, zodra alle gearresteerden zijn vrijgelaten en een einde is gekomen aan de arbitraire detenties;
4. fordert den Rat und die Kommission auf, die uneinheitliche Politik der Union gegenüber Kuba zu beenden und sowohl die derzeitige unkoordinierte Politik der Mitgliedstaaten, die gemäß ihrer Einzelinteressen mit Kuba Handel treiben und dort investieren, als auch den 1996 festgelegten Gemeinsamen Standpunkt dadurch zu ersetzen, dass sie eine neue umfassende Politik verfolgen, sobald alle Verhafteten freigelassen sind und die willkürlichen Festnahmen aufgehört haben;