Indien de Europese Commissie [de kaderovereenkomst] gedeeltelijk of volledig als staatssteun aanmerkt, en in de veronderstelling en voor zover dat deze steun onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt wordt geacht, onderzoeken partijen te goeder trouw de haalbaarheid van eventuele aanvullende maatregelen die ten aanzien van IFB worden gevraagd, zonder evenwel ertoe gehouden te zijn deze aanvullende of aangepaste maatregelen ten uitvoer te leggen indien de voorwaarden waaronder de steun moet worden verleend, absoluut ongerechtvaardigd worden geacht”.
Sollte die EK [den Rahmenvertrag] ganz oder teilweise als staatliche Beihilfe einstufen und sollte diese Beihilfe als mit dem Gemeinsamen Markt unvereinbar erklärt werden, erörtern die Parteien nach dem Grundsatz von Treu und Glauben die Durchführbarkeit von möglicherweise geforderten Ersatzmaßnahmen gegenüber der IFB, jedoch ohne verpflichtet zu sein, diese anderen Maßnahmen auszuführen, wenn die Bedingungen für die Gewährung der Beihilfe als absolut ungerechtfertigt erachtet werden.]
