Bij het bepalen van de reële waarde van het deel dat verder wordt opgenomen en het deel dat niet langer wordt opgenomen in het kader van de toepassing van alinea 3.2.13, moet een entiteit naast alinea 3.2.14 ook de in IFRS 13 beschreven vereisten inzake waardering tegen reële waarde toepassen.
Bei der Bemessung der beizulegenden Zeitwerte des weiterhin angesetzten Teils und des ausgebuchten Teils für die Zwecke der Anwendung von Paragraph 3.2.13 wendet ein Unternehmen zusätzlich zu Paragraph 3.2.14 die Vorschriften für die Bemessung des beizulegenden Zeitwerts aus IFRS 13 an.