Moerman, F. Daoût en T. Giet, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter A. Alen, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest van 9 april 2014 in zake het Vlaamse Gewest
tegen de nv « Braco Immobiliën », waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 mei 2014, heeft het Hof van Beroep te Brussel de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 2, 1°, tweede zin, van het decreet van de Vlaamse Raad van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimte
...[+++]n, de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, in de mate dat bedrijfsruimten eigendom van rechtspersonen niet kunnen genieten van de uitsluiting van het decreet op grond van de aanwezigheid in de bedrijfsruimte van de niet-afsplitsbare woning van de eigenaar, die nog effectief als verblijfplaats wordt benut ?Moerman, F. Daoût und T. Giet, unter Assistenz des Kanzlers F. Meersschaut, unter dem Vorsitz des Präsidenten A. Alen, erlässt nach Beratung folgenden Entscheid: I. Gegenstand der Vorabentscheidungsfrage und Verfahren In seinem Entscheid vom 9. April 2014 in Sachen der Flämischen Regio
n gegen die « Braco Immobiliën » AG, dessen Ausfertigung am 8. Mai 2014 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat der Appellationshof Brüssel folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 2 Nr. 1 zweiter Satz des Dekrets des Flämischen Rates vom 19. April 1995 zur Festlegung von Maßnahmen zur Bekämpfung und Verhütung von Nich
...[+++]tbenutzung und Verwahrlosung von Gewerbebetriebsgeländen gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung, insofern Gewerbebetriebsgelände, die Eigentum von juristischen Personen sind, nicht den Ausschluss des Dekrets aufgrund der Anwesenheit der noch tatsächlich als Wohnort benutzten, nichttrennbaren Wohnung des Eigentümers auf dem Gewerbebetriebsgelände genießen können?