22. is verheugd over het akkoord van december 2011 betreffende de financiering van de aanvullende kosten van ITER, maar is van mening dat de zoektocht naar het benodigde bedrag van 360 miljoen EUR in de begroting 2013 de succesvolle implementatie van ander EU-beleid niet in gevaar mag brengen, in het bijzonder beleid dat bijdraagt tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de EU 2020-strategie tijdens dit laatste jaar van de huidige programmeringsperiode, en is in het bijzonder tegen herschikkingen die deze begrotingsprioriteit in het gedrang brengen.
22. begrüßt, dass eine Einigung über die Finanzierung der zusätzlichen Kosten von ITER im Dezember 2011 erreicht wurde, ist aber der Auffassung, dass die Bereitstellung des Betrags von 360 Millionen EUR im Haushaltsplan 2013 nicht die erfolgreiche Umsetzung anderer EU-Politiken infrage stellen sollte, insbesondere derjenigen, die zur Erreichung der Ziele der Strategie Europa 2020 während dieses letzten Jahres des Programmplanungszeitraums beitragen, und lehnt speziell jede Umschichtung ab, die gegen diese Haushaltspriorität verstößt.