Daarnaast kan artikel 5 van de bijzondere wet van 21 juli 1971, anders dan de Vlaamse Regering in haar memorie aanvoert en anders dan in de parlementaire voorbereiding van het bestreden decreet werd geopperd (Parl. St., Vlaams Parlement, 2006-2007, nr. 1163/1, pp. 27-35), niet worden geacht impliciet te zijn opgeheven door de grondwetsherziening van 15 juli 1988.
Ausserdem kann nicht davon ausgegangen werden, dass Artikel 5 des Sondergesetzes vom 21. Juli 1971 im Gegensatz zu dem, was die Flämische Regierung in ihrem Schriftsatz anführt und was während der Vorarbeiten zum angefochtenen Dekret erklärt wurde (Parl. Dok., Flämisches Parlament, 2006-2007, Nr. 1163/1, SS. 27-35), implizit durch die Verfassungsrevision vom 15. Juli 1988 aufgehoben worden wäre.