4. Wanneer een belegger of uitgevende instelling aan de hand van nauwkeurige en gedetailleerde elementen feiten aantoont waaruit kan worden afgeleid dat een ratingbureau een inbreuk heeft begaan, is het aan het ratingbureau te bewijzen dat het die inbreuk niet heeft begaan of dat die inbreuk geen impact heeft gehad op de afgegeven rating.
(4) Kann ein Anleger oder Emittent anhand genauer und detaillierter Elemente Tatsachen glaubhaft machen, die darauf schließen lassen, dass eine Ratingagentur eine Zuwiderhandlung begangen hat, so ist es an der Ratingagentur zu beweisen, dass sie diese Zuwiderhandlung nicht begangen hat oder dass sich diese Zuwiderhandlung nicht auf das abgegebene Rating ausgewirkt hat.