In hun eerste middel klagen de verzoekende partijen aan dat artikel 124 van het bestreden decreet de artikelen 10, 11 en 24, § 1, van de Grondwet schendt doordat, door te bepalen dat een school slechts voor subsidies in aanmerking komt als het personeelslid dat daarvan de leiding heeft, een personeelslid is dat wordt gesubsidieerd en bezoldigd door een weddesubsidie, het vermelde artikel
124 een wezenlijke inbreuk zou maken op de vrijheid van onderwijs die bij artikel 24, § 1, van de Grondwet wordt gewaarborgd (eerste onderdeel); zij klagen ook aan dat artikel 124, doordat het bepaalt dat de school die wordt geleid door een persoon die
...[+++]niet aan de voormelde voorwaarde voldoet, niet in aanmerking kan komen voor subsidies, voorziet in een sanctie die niet redelijkerwijze evenredig is met het nagestreefde doel (tweede onderdeel).In ihrem ersten Klagegrund werfen die klagenden Parteien Artikel 124 des angefochtenen Dekrets vor, er verstosse gegen die Artikel 10, 11 und 24 § 1 der Verfassung, indem er dadurch, dass er bestimme, dass eine Schule nur dann Subventionen erhalten könne, wenn das Personalmitglied, das mit ihrer Leitung betraut sei, Mitglied des subventionierten und durch eine Gehaltssubvention entlohnte
n Personals sei, die in Artikel 24 § 1 der Verfassung gewährleistete Unterrichtsfreiheit wesentlich beeinträchtige (erster Teil); sie werfen Artikel 124 ebenfalls vor, dass er dadurch, dass er vorsehe, dass eine Schule, die von einer Person geleitet werd
...[+++]e, die die vorerwähnte Bedingung nicht erfülle, keine Subventionen erhalten könne, eine Sanktion vorschreibe, die in keinem vernünftigen Verhältnis zur verfolgten Zielsetzung stehe (zweiter Teil).