Uit het onderzoek is gebleken dat de drie communautaire producenten die het verzoek indienden en volledige medewerking verleenden, meer dan 50 % van de productie van hulpstukken voor buisleidingen in de Gemeenschap voor hun rekening namen en derhalve de bedrijfstak van de Gemeenschap vormen in de zin van artikel 4, lid 1, en artikel 5, lid 4, van de basisverordening.
Die Untersuchung ergab, dass auf die drei antragstellenden und uneingeschränkt kooperierenden Gemeinschaftshersteller mehr als 50 % der in der Gemeinschaft hergestellten Rohrstücke entfielen, so dass sie als Wirtschaftszweig der Gemeinschaft im Sinne des Artikels 4 Absatz 1 und des Artikels 5 Absatz 4 der Grundverordnung anzusehen sind.