3. Elke lidstaat zorgt er overeenkomstig bijlage III voor, dat de spreiding en het aantal van de individuele bemonsteringspunten waarop de gemiddelde-blootstellingsindex voor PM2,5 wordt gebaseerd, zodanig zijn dat een juist beeld wordt verkregen van de blootstelling van de bevolking in het algemeen.
(3) Jeder Mitgliedstaat sorgt gemäß Anhang III dafür, dass durch die Verteilung und die jeweilige Anzahl der Probenahmestellen, auf die sich der Indikator für die durchschnittliche Exposition für PM2,5 stützt, ein angemessenes Bild der Exposition der Bevölkerung erstellt wird.