Zij kregen de keuze tussen een historisch model (op individuele referentiebedragen gebaseerde toeslagrechten), een regionaal model (op regionale referentiebedragen gebaseerde toeslagrechten) en een combinatie van beide modellen.
Die Mitgliedstaaten konnten zwischen einem historischen Betriebsprämienmodell (Zahlungsansprüche auf der Grundlage einzelbetrieblicher Referenzbeträge), einem regionalen Modell (Zahlungsansprüche auf der Grundlage regionaler Referenzbeträge) und einem Mix aus beiden Modellen wählen.