1. Indien wilde waterdieren besmet zijn met in deel II van bijlage III vermelde exotische ziekten of van besmetting ermee verdacht worden, controleert de betrokken lidstaat de situatie en neemt hij de noodzakelijke maatregelen om de verdere verspreiding van de ziekte te voorkomen en toekomstige infecties te vermijden .
(1) Sind frei lebende Wassertiere an exotischen Seuchen im Sinne von Anhang III Teil II erkrankt oder besteht Seuchenverdacht, so überwacht der betreffende Mitgliedstaat die Lage und trifft alle erforderlichen Vorkehrungen, um die weitere Übertragung des betreffenden Krankheitserregers und künftige Seuchen zu verhindern.