De tweede prejudiciële vraag betreft de bestaanbaarheid van artikel 128, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in zoverre, wanneer
het onderzoek wordt ingeleid door de burgerlijke partijstelli
ng in handen van de onderzoeksrechter en de raadkamer tot de buitenvervolgingstelling besluit, de burgerlijke partij wordt veroordeeld tot het betalen van een rechtsplegingsvergoeding, terwijl dit niet het geval is wanneer het onderzoek door het openbaar ministerie is opgestart en de benadeelde z
...[+++]ich vervolgens burgerlijke partij stelt.
Die zweite präjudizielle Frage betrifft die Vereinbarkeit von Artikel 128 Absatz 2 des Strafprozessgesetzbuches mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, insofern in dem Fall, wo die Untersuchung durch den Auftritt als Zivilpartei beim Untersuchungsrichter eingeleitet wird und die Ratskammer die Einstellung des Verfahrens beschliesst, die Zivilpartei zur Zahlung einer Verfahrensentschädigung verurteilt wird, während dies nicht der Fall ist, wenn die Untersuchung durch die Staatsanwaltschaft in Gang gesetzt wird und der Geschädigte anschliessend als Zivilpartei auftritt.