In een derde middel voeren de verzoekende partijen de schending aan van de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet, doordat de belasting op vereffenings- en verkrijgingsuitkeringen wordt toegepast bij de uitkering van reserves die vóór de inwerkingtreding van de bestreden bepalingen zijn aangelegd, maar erna worden uitgekeerd, zonder dat die reserves het door de wet v
an 24 december 2002 ingevoerde verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting hebben genoten, terwijl reserves die na de inwerkingtreding van de wet van 24 december 2002 zijn aangelegd, bij de uitkering ervan weliswaar aan de belasting op vereffenings- en verkrijgingsuitkerin
...[+++]gen zijn onderworpen, maar eveneens het verlaagde tarief in de vennootschapsbelasting genieten.In einem dritten Klagegrund führen die klagenden Parteien einen Verstoss gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung an, da die Steuer auf Liquidations- und Erwerbsüberschüsse angewandt werde bei der Auszahlung von Rücklagen, die vor dem Inkrafttreten der angefochtenen Bestimmungen gebildet, jedoch anschliessend ausgezahlt worden seien, ohne dass diese Rücklagen in den Genuss des durc
h das Gesetz vom 24. Dezember 2002 eingeführten ermässigten Satzes der Körperschaftsteuer gelangt seien, während Rücklagen, die nach dem Inkrafttreten des Gesetzes vom 24. Dezember 2002 gebildet worden seien, bei ihrer Auszahlung zwar der Steuer auf Liqu
...[+++]idations- und Erwerbsüberschüsse unterlägen, jedoch gleichzeitig in den Genuss des ermässigten Satzes der Körperschaftsteuer gelangten.