J. overwegende dat het Hof van Justitie van de Europese Unie onder verwijzing naar artikel 13, lid 3, van het ESM-verdrag onlangs in de zaak Pringle heeft bevestigd dat de Europese Commissie ingevolge haar betrokkenheid bij het ESM-verdrag gehouden is „het algemeen belang van de Unie te bevorderen” en toe te zien op de verenigbaarheid van de door het ESM gesloten memoranda van overeenstemming met het Unierecht;
J. in der Erwägung, dass der EuGH vor kurzem – in der Rechtssache Pringle – in Bezug auf Artikel 13 Absatz 3 des ESM-Vertrags bestätigt hat, dass die Kommission aufgrund ihrer Einbeziehung in den ESM-Vertrag „die allgemeinen Interessen der Union“ fördern und „über die Vereinbarkeit der vom ESM geschlossenen Memoranda of Understanding mit dem Unionsrecht“ wachen muss;