ingevroren visserijproducten, met uitzondering van in pekel ingevroren vis die voor de vervaardiging van conserven bestemd is, moeten tijdens het vervoer op een constante temperatuur van ten hoogste -18°C in alle delen van het product worden gehouden, met eventueel korte schommelingen naar boven van maximaal 3°C.
gefrorene Fischereierzeugnisse, ausgenommen Fische, die in Salzlake eingefroren und zum Eindosen bestimmt sind, sind auf einer konstanten Kerntemperatur von mindestens -18°C zu halten; kurze Temperaturschwankungen von höchstens 3°C nach oben sind zulässig.