Met een inkomenspeil van minder dan de helft van het gemiddelde voor de EU-15 (zie grafiek 1) komt het er voor de toetredende landen dan ook in de eerste plaats op aan op lange termijn een reële convergentie en op korte à middellange termijn een nominale convergentie te bewerkstelligen.
Angesichts von Einkommen, die weniger als die Hälfte des EU-15-Durchschnitts betragen (vgl. Schaubild 1), müssen die Beitrittsländer langfristig vor allem reale Konvergenz sicherstellen, und zugleich kurz- bis mittelfristig nominale Konvergenz erreichen.