De wet van 28 december 1983 houdende fiscale en begrotingsbepalingen, die de in het geding zijnde heffing instelde, heeft aan de roerende voorheffing een bevrijdend karakter gegeven, dat de belastingplic
htige toestond zijn inkomsten die het voorwerp ervan
waren, niet in zijn belastingaangifte te vermelden; zij heeft bepaald dat de andere inkomsten en opbrengsten uit roerende goederen en kapitalen en de daarmee gelijkgestelde diverse inkomsten, waarvoor geen roerende voorheffing aan de bron i
s afgehouden en die bijgevolg ...[+++] moeten worden aangegeven, afzonderlijk zouden worden belast tegen het tarief van de roerende voorheffing toen vastgesteld op 25 pct (artikel 93, § 1, 1°bis, van het W.I. B.).Das Gesetz vom 28. Dezember 1983 zur Festlegung von Steuer- und Haushaltsbestimmungen, das die beanstandete Abgabe einführte, hat dem Mobiliensteuervorabzug einen befreienden Charakter verliehen, der dem Steuerpflichtigen ermöglichte, seine Einkünfte, die Gegensta
nd dieses Vorabzugs waren, in der Steuererklärung unerwähnt zu lassen; es hat bestimmt, dass die anderen Einkünfte und Erträge aus beweglichem Vermögen und Kapitalien und den damit gleich
gestellten diversen Einkünften, für die kein Mobiliensteuervorabzug an der Quelle einbeh
...[+++]alten worden ist und die somit angegeben werden müssen, gesondert besteuert werden zum Tarif des damals auf 25 Prozent festgelegten Mobiliensteuervorabzugs (Artikel 93 § 1 Nr. 1bis des EStGB).