3. De exploitant van elke inrichting vergaart met de gepaste frequentie de informatie die nodig is om te bepalen welke uitstoot van de inrichting en welke overbrengingen van het terrein naar elders onder de rapportagevoorschriften van lid 1 vallen.
(3) Die Betreiber sammeln für alle Betriebseinrichtungen mit angemessener Häufigkeit die Informationen, die erforderlich sind, um im Rahmen der Meldepflichten gemäß Absatz 1 die Freisetzung und Verbringung außerhalb des Standortes der betreffenden Betriebseinrichtung zu bestimmen.