2. wijst op het standpunt van het Europees Parlement dat de democratische legitimiteit van het proces van het Europees semester moet worden versterkt; benadrukt dat de nationale parlementen en regionale en lokale instanties slechts zeer beperkte toegang hebben tot het proces van het Europees semester, en dat hun rol bijna niet wordt genoemd in de landenspecifieke aanbevelingen, ondanks het feit dat hun bijdrage en deelname nodig zijn om de kans op het halen van de Europa 2020-doelstellingen te vergroten;
2. betont erneut, dass die demokratische Legitimität des Prozesses des Europäischen Semesters gestärkt werden muss; weist mit Nachdruck darauf hin, dass die nationalstaatlichen Parlamente und die regionalen und lokalen Gebietskörperschaften nur in sehr eingeschränktem Maße am Prozess des Europäischen Semesters teilhaben, und dass ihre Rolle im Rahmen des länderspezifischen Empfehlungen nahezu ignoriert wird, trotz der Tatsache, dass ihr Beitrag und ihre Beteiligung notwendig sind, wenn die Chancen, die Ziele der Strategie Europa2020 zu erreichen, erhöht werden sollen;