In die vraag wordt het Hof verzocht de situatie te vergelijken van personen die tegen hun medecontractant een aansprakelijkheidsvordering kunnen instellen gedurende tien jaar vanaf de dag die, in de interpretatie van de verwijzende rechter, de dag is waarop het feit waardoor de schade is veroorzaakt, zich heeft voorgedaan (artikel 2262bis, § 1, eerste lid), met de situatie van cliënten van advocaten die binnen een termijn van vijf jaar vanaf de dag waarop hun advocaat zijn taak heeft beëindigd, in rechte moeten optreden (artikel 2276bis, § 1, eerste lid).
In dieser Frage wird der Hof gebeten, die Situation von Personen, die gegen ihren Vertragspartner während zehn Jahren ab dem Tag, in der Auslegung des Verweisungsrichters, an dem das schadenstiftende Ereignis eingetreten ist, eine Haftungsklage einreichen können (Artikel 2262bis § 1 Absatz 1), mit der Situation von Klienten von Rechtsanwälten zu vergleichen, die innerhalb einer Frist von fünf Jahren ab dem Tag, an dem ihr Anwalt seine Aufgabe beendet hat, gerichtliche Schritte einleiten müssen (Artikel 2276bis § 1 Absatz 1).