5. Indien de zeggenschap over een kredietinstelling die tot de in lid 4 bedoelde categorie behoort, wordt overgenomen door een andere natuurlijke of rechtspersoon dan die welke voordien de zeggenschap over deze instelling uitoefende, dient het eigen vermogen van deze instelling ten minste gelijk te zijn aan het in de leden 1 en 2 vastgestelde niveau voor het aanvangskapitaal.
(5) Wenn die Kontrolle über ein Kreditinstitut, welches unter die in Absatz 4 genannte Gruppe fällt, von einer anderen natürlichen oder juristischen Person als derjenigen übernommen wird, welche zuvor die Kontrolle über das Kreditinstitut ausübte, so müssen die Eigenmittel dieses Kreditinstituts mindestens den in den Absätzen 1 und 2 für das Anfangskapital vorgeschriebenen Betrag erreichen.