18. wijst erop dat he
t onvermogen van de instellingen van Bretton Woods om de landen met een laag inkomen bij te staan om de crisis het hoofd te bieden vooral te wijten is aan het uitblijv
en van bestuurlijke hervormingen bij die instellingen om ze een grotere relevantie en effectiviteit te geven en om te bereiken dat ze meer oog voor de behoeften van de ontwikkelingslanden hebben; dringt erop aan dat die hervorm
ingen met spoed ter ...[+++]hand worden genomen;
18. betont, dass die Unfähigkeit der Bretton-Woods-Institutionen, den Bedürfnissen der Niedrigeinkommenländer bei der Bewältigung der Krise gerecht zu werden, hauptsächlich darauf zurückzuführen ist, dass die Verwaltungsreformen dieser Institutionen, mit denen ihre Bedeutung, Legitimität, Effektivität und auch ihre Aufmerksamkeit und ihr Entgegenkommen gegenüber Entwicklungsländern verbessert werden könnte, lange überfällig sind; fordert, dass diese Reformen dringend in Angriff genommen werden;