11. neemt kennis van de overgangsregelingen betreffende de samenstelling van het Europees Parlement; is van oordeel dat voor de toepassing van dergelijke regelingen een wijziging van het primair recht vereist is; verzoekt de lidstaten alle nodige nationale wettelijke maatregelen te nemen om de voorverkiezing in juni 2009 van de 18 aanvullende leden van het Europees Parlement mogelijk te maken zodat zij vanaf de datum van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon als waarnemers aan de zittingen van het Parlement kunnen deelnemen; herinnert er evenwel aan dat de aanvullende leden uitsluitend, allen tegelijkertijd en op een vooraf overeengekomen tijdstip, in het genot komen van hun volledige prerogatieven zodra alle procedures voor d
...[+++]e ratificatie van de wijziging van het primair recht zijn afgerond; herinnert de Raad aan het feit dat het Parlement krachtens het Verdrag van Lissabon (artikel 14, lid 2, van EU-Verdrag) belangrijke initiatief- en instemmingsrechten zullen worden verleend met betrekking tot de samenstelling van het Parlement, en dat het voornemens is volledig van deze rechten gebruik te maken; 11. nimmt die Übergangsregelung betreffend die Zusammensetzung des Europäischen Parlaments zur Kenntnis; ist der Auffassung, dass die Umsetzung dieser Regelung eine Änderung des Primärrechts erfordert; fordert die Mitgliedstaaten auf, in ihrem innerstaatlichen Recht alle notwendigen Maßnahmen zu treffen, um im Juni 2009 eine frühzeitige Wahl der 18 zusätzlichen Mitglieder des Europäischen Parlaments zu ermöglichen, so dass diese ab dem Tag des Inkrafttretens des Vertrags von Lissabon als Beobachter an den Sitzungen des Europäischen Parlaments teilnehmen können; erinnert jedoch daran, dass die zusätzlichen Mitglieder erst zu einem vereinbarten Zeitpunkt un
d gleichzeitig ihre vollen ...[+++] Befugnisse erlangen werden, nachdem alle Verfahren zur Ratifizierung der Änderung des Primärrechts abgeschlossen sind; erinnert den Rat daran, dass der Vertrag von Lissabon dem Europäischen Parlament bedeutende Initiativ- und Zustimmungsrechte in Bezug auf die Zusammensetzung des Parlaments einräumt (Artikel 14 Absatz 2 des Vertrags über die Europäische Union), von denen es umfassend Gebrauch machen will;