67. herhaalt zijn eenduidige voorkeur vóór de institutionalisering van zijn aanwezigheid bij de zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, zoals werd gesteld in zijn resolutie van 7 februari 2013 over de EU-prioriteiten voor de 22e vergadering van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties, en is van mening dat het EP een delegatie moet blijven sturen naar relevante zittingen van de VN-Mensenrechtenraad en de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en betreurt dat dit in 2014 werd onderbroken;
67. verweist auf seinen eindeutigen Standpunkt, mit dem seine Anwesenheit bei den Tagungen der Generalversammlung der Vereinten Nationen institutionalisiert wurde, wie es ihn in seiner Entschließung vom 7. Februar 2013 zu den Prioritäten der EU im UNHRC zum Ausdruck gebracht hat, erachtet es als unbedingt notwendig, weiterhin Parlamentsdelegationen zu den einschlägigen Tagungen des Menschenrechtsrats und der Generalversammlung der Vereinten Nationen zu entsenden, und bedauert, dass diese Praxis im Jahr 2014 ausgesetzt wurde;