Er worden uitsluitend vismachtigingen afgegeven voor de exploitatie van over grote afstanden trekkende soorten (opgenomen in bijlage 1 bij het VN-Zeerechtverdrag van 1982), met uitzondering van de familie van de Alopiidae, de familie van de Sphyrnidae en de volgende soorten: Cetorhinus maximus, Rhincodon typus, Carcharodon carcharias, Carcharhinus falciformis en Carcharhinus longimanus.
Fanggenehmigungen werden nur erteilt für die Nutzung von weit wandernden Arten (in Anhang 1 des Seerechtsübereinkommens der Vereinten Nationen von 1982 aufgeführte Arten), mit Ausnahme der Familie der Alopiidae, der Familie der Sphyrnidae und folgender Arten: Cetorhinus maximus, Rhincodon typus, Carcharodon carcharias, Carcharhinus falciformis, Carcharhinus longimanus.