De Commissie vestigde de aandacht van de Raad op het recente advies van advocaat-generaal Kokott in juridische procedures die door derde landen zijn ingesteld (zaak C-366/10), waarin wordt bevestigd dat de EU-wetgeving op dit gebied geen inbreuk maakt op de soevereiniteit van andere staten of de door het internationaal recht gewaarborgde vrijheid van de volle zee, en verenigbaar is met het internationaal recht.
Die Kommission machte den Rat auf die unlängst bekanntgegebenen Schlussanträge der Generalanwältin Kokott in einem von Drittländern angestrengten Gerichtsverfahren (Rechtssache C-366/10) aufmerksam, in denen bestätigt wird, dass die Rechtsvorschriften der Union auf diesem Gebiet weder die Souveränität anderen Staaten, noch die vom Völkerrecht garantierte Freiheit der Hohen See beeinträchtigen und im Einklang mit dem Völkerrecht stehen.