29. onderstreept in het bijzonder dat de EU, haar lidstaten en haar partnerlanden hun strategie ter bestrijding van het internationale terrorisme moeten baseren op de regels van de rechtsstaat en op de eerbiediging van de grondrechten; onderstreept daarnaast dat het extern optreden van de Unie ter bestrijding van het internationale terrorisme in de eerste plaats gericht moet zijn op het voorkomen, tegengaan en vervolgen van terrorisme;
29. betont insbesondere, dass sich die EU, ihre Mitgliedstaaten und ihre Partnerländer bei ihrer Strategie zur Bekämpfung des internationalen Terrorismus auf die Rechtsstaatlichkeit und die Achtung der Grundrechte stützen müssen; hebt hervor, dass die nach außen gerichteten Aktionen der Union gegen den internationalen Terrorismus hauptsächlich auf seine Prävention, Bekämpfung und strafrechtliche Verfolgung abzielen sollten;