overwegende dat sommige lidstaten unilateraal regels inzake buitenlandse dochterondernemingen hebben ingevoerd om op adequate wijze te waarborgen dat winsten die in landen met lage of geen belastingtarieven worden geparkeerd, daadwerkelijk worden belast; overwegende dat deze regels moeten worden gecoördineerd om te voorkomen dat de verschillen tussen deze nationale regels inzake buitenlandse dochterondernemingen binnen de Unie de werking van de interne markt verstoren;
in der Erwägung, dass manche Mitgliedstaaten im Alleingang Vorschriften über beherrschte ausländische Unternehmen (Controlled Foreign Company – CFC) eingeführt haben, um hinreichend sicherzustellen, dass die in Ländern mit niedrigen oder keinen Steuern geparkten Gewinne wirksam besteuert werden; in der Erwägung, dass diese Vorschriften koordiniert werden müssen, um zu verhindern, dass die Vielfalt der nationalen CFC-Vorschriften in der Union das Funktionieren des Binnenmarkts beeinträchtigt;