48. merkt op dat het beleid van sociale bescherming, met name in de vorm van werkloosheidsuitkeringen, minimuminkomenssteun en progressieve belastingen aanvankelijk heeft geholpen de ergste effecten van de recessie te beperken en de arbeidsmarkten en de consumptie heeft gestabiliseerd; benadrukt echter dat de capaciteit van deze cruciale economische en sociale stabilisatoren in een zorgwekkend tempo is teruggelopen in de lidstaten waar dergelijke stabilisatoren het hardst nodig zijn; merkt op dat de gezinsinkomens en de interne vraag daardoor minder goed zijn beschermd;
48. stellt fest, dass die Sozialschutzpolitik, insbesondere die Arbeitslosenunterstützung, das Mindesteinkommen und die progressive Besteuerung, zunächst zu einer Abmilderung der Rezession und einer Stabilisierung der Arbeitsmärkte und des Konsums beigetragen hat; betont allerdings, dass die Leistungsfähigkeit dieser wichtigen wirtschaftlichen und sozialen Stabilisatoren in den Mitgliedstaaten, in denen sie am dringendsten gebraucht werden, auf beunruhigende Art und Weise verringert worden ist; stellt fest, dass die Einkommen der Haushalte und die Binnennachfrage infolgedessen weniger gut geschützt wurden;
