12. betreurt dat het combineren van werk en gezin voor veel werknemers nog s
teeds een moeilijke taak is; vraagt de lidstaten alle ouders, en met name vrouwen, eenoudergezinnen, kansarmen en mensen met een handicap, kans
en te geven om zich niet alleen in het beroepsleven, maar ook in een leven lang leren-processen te integreren; benadrukt dat als noodzakelijke voorwaarden de arbeidsorganisatie en de opleidingsmogelijk
heden combineerbaar moeten zijn met ...[+++]ouderschap, dat de kinderopvangstructuren effectiever moeten worden en dat ouders de nodige ondersteuning moeten krijgen; roept de lidstaten bovendien op beleidsmaatregelen te nemen en programma's in gebruik te nemen ter ondersteuning van mantelzorgers; 12. bedauert, dass es für viele Arbeitnehmer/innen weiterhin schwierig ist, ihr Berufs- und Familienleben miteinander zu vereinbaren; fordert die Mitgliedstaaten auf, für alle Eltern und insbesondere für Frauen, Alleinerziehende, benachteiligte Menschen oder Menschen mit Behinderungen Möglichkeiten der Eingliederung in das Berufsleben und der Teilnahme an den Prozessen des lebenslangen Lernens zu schaffen; betont, dass als Voraussetzung dafür die Arbeitsorganisation und die Ausbildungsmöglichkeiten mit den elterlichen Pflic
hten vereinbar sein sollten, dass die Effizienz von Kinderbetreuungseinrichtungen gestärkt sowie der Zugang zu ihn
...[+++]en verbessert und dass Eltern angemessene Unterstützung geleistet werden sollte; fordert die Mitgliedstaaten ferner auf, Maßnahmen und Programme zur Unterstützung pflegender Angehöriger bereitzustellen;