In het met redenen omklede advies aan Duitsland voerde de Commissie aan dat ontslagen nog niet onder de wet ter bestrijding van discriminatie op grond van ras of etnische afstamming vallen; dat bescherming tegen intimidatie uitdrukkelijk alleen gewaarborgd is op het gebied van werkgelegenheid, maar duidelijk ook buiten dat gebied moet gelden; en dat geen sancties mogelijk zijn op grond van discriminatie op het gebied van werkgelegenheid wanneer de werkgever niet persoonlijk verantwoordelijk is voor de niet-naleving van de wet.
In der an Deutschland gerichteten mit Gründen versehenen Stellungnahme beanstandet die Kommission, dass Kündigungen nicht unter das Gesetz zum Schutz gegen Diskriminierung aufgrund der Rasse und der ethnischen Herkunft fallen, dass der Schutz vor Viktimisierung ausdrücklich nur für den Beschäftigungsbereich gewährleistet ist, jedoch eindeutig auch in anderen Bereichen Anwendung finden müsste, und dass kein Anspruch auf Schadensersatz bei einem Verstoß gegen das Benachteiligungsverbot besteht, wenn der Arbeitgeber die Pflichtverletzung nicht persönlich zu vertreten hat.
