16. onderschrijft de nadruk die de Commissie legt op het belang van de rechtsstaat en herinnert tegelijkertijd aan de intrinsieke spanning tussen dit beginsel en de beoordelingsvrijheid van de Commissie inzake het vervolgen van inbreuken en herinnert er tevens aan dat daadwerkelijke naleving van de algemene beginselen van goed bestuur, zoals onpartijdigheid, objectiviteit en evenredigheid, vereist is om willekeur bij het gebruik van die beoordelingsvrijheid te voorkomen;
16. stimmt darin überein, dass die Kommission großes Gewicht auf die Rechtsstaatlichkeit legt, macht jedoch darauf aufmerksam, dass dieses Prinzip der Rechtsstaatlichkeit nicht zu dem freien Ermessen passt, das die Kommission bei der Verfolgung von Vertragsverletzungen anwenden darf, und darauf, dass die Vermeidung jeglicher Willkür bei der Nutzung von Ermessensspielräumen die aufrichtige Einhaltung allgemeiner Grundsätze ordnungsgemäßer Verwaltung wie Unparteilichkeit, Objektivität und Verhältnismäßigkeit erfordert;
