Vertaling van "investeren of weinig gekwalificeerde werknemers " (Nederlands → Duits) :

22. roept de lidstaten op aan werkgevers middelen uit alle mogelijke fondsen ter beschikking te stellen zodat zij meer in de digitale opleiding van hun minder gekwalificeerde personeel kunnen investeren of weinig gekwalificeerde werknemers kunnen aannemen met de toezegging dat zij met behulp van deze middelen verder opgeleid zullen worden; wijst erop dat sommige lidstaten als een maatregel ter verbetering van de toegang van werknemers tot onderwijs en scholing, minimumrechten inzake betaald educatief verlof hebben ingevoerd; dringt er in dit verband bij de lidstaten op aan in nauwe samenwerking met de sociale partners te overwegen of dergelijke rechten ook in hun land zou kunnen worden ingevoerd;
22. fordert die Mitgliedstaaten auf, Mittel aus allen dafür geeigneten Fonds den Arbeitgebern zur Verfügung zu stellen, damit sie verstärkt in die digitale Ausbildung ihres geringer qualifizierten Personals investieren oder gering qualifiziertes Personal in Verbindung mit der Zusage einer aus diesen Mitteln finanzierten Weiterbildung einstellen können; weist darauf hin, dass einige Mitgliedstaaten Rechtsvorschriften eingeführt haben, die den Arbeitnehmern einen Mindestanspruch auf bezahlten Bildungsurlaub garantieren, damit Bildung und Ausbildung für die Arbeitnehmer besser zugänglich werden; fordert daher die Mitgliedstaaten auf, in enger Zusammenarbeit mit den Sozialpartnern die Einführung solcher Ansprüche auf nationaler Ebene in Erwägung zu ziehen;

8° een overzicht van het personeel dat voor de begeleiding van de weinig gekwalificeerde werknemers zal zorgen;
8° eine Auflistung der für die Betreuung der gering qualifizierten Arbeitnehmer zuständigen Personalmitglieder;

4° een overzicht van het personeel dat voor de begeleiding van de weinig gekwalificeerde werknemers zal zorgen;
4° eine Auflistung der für die Betreuung der gering qualifizierten Arbeitnehmer zuständigen Personalmitglieder;

3° de weinig gekwalificeerde werknemer : de werknemer die op het ogenblik van zijn aanwerving niet over het diploma van het hoger secundair onderwijs beschikt en als werkzoekende ingeschreven is;
der Arbeitnehmer, der zum Zeitpunkt seiner Einstellung kein Diplom der Oberstufe des Sekundarunterrichts besitzt und als Arbeitssuchender eingetragen ist;

2° een economisch project met sociale doeleinden voorstellen die de uitvoering van de principes omschreven in artikel 1, eerste lid, van het decreet van 20 november 2008 beoogt en meer bepaald het werk boven het kapitaal bij de verdeling van de inkomsten, door de socio-professionele inschakeling van weinig gekwalificeerde werknemers;
2° ein wirtschaftliches Projekt mit sozialem Zweck vorschlagen, das auf die Durchführung der in Artikel 1 Absatz 1 des Dekrets vom 20. November 2008 beschriebenen Grundsätze, insbesondere des Grundsatzes des Vorrangs der Arbeit vor dem Kapital bei der Verteilung der Einkünfte, durch die sozialberufliche Eingliederung eines oder mehrerer geringqualifizierter Arbeitnehmer abzielt;

2° het inschakelingsbedrijf : de rechtspersoon met een sociaal oogmerk in de zin van de artikelen 661 en volgende van het Wetboek van vennootschappen, opgericht in de vorm van een naamloze vennootschap of een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een groepering van economisch belang die is erkend als initiatief van sociale economie en die de uitvoering van de principes omschreven in artikel 1, eerste lid, van het decreet van 20 november 2008 beoogt en meer bepaald het werk boven het kapitaal bij de verdeling van de inkomsten, door de socio-professionele inschakeling van weinig gekwalificeerde werknemers;
2° Eingliederungsbetrieb: die als Aktiengesellschaft oder Genossenschaft mit begrenzter Haftung oder wirtschaftliche Interessenvereinigung gegründete juristische Person mit sozialer Zielsetzung im Sinne der Artikel 661 ff. des Gesetzbuches über die Gesellschaften, die als sozialwirtschaftliche Initiative zugelassen ist und auf die Durchführung der in Artikel 1 Absatz 1 des Dekrets vom 20. November 2008 beschriebenen Grundsätze, insbesondere des Grundsatzes des Vorrangs der Arbeit vor dem Kapital bei der Verteilung der Einkünfte, durch die sozialberufliche Eingliederung eines oder mehrerer geringqualifizierter Arbeitnehmer abzielt;

11. staat positief tegenover het aanmoedigen van levenslang leren voor op de arbeidsmarkt actieve werknemers, ongeacht de aard van hun arbeidscontract, maar ook voor de niet-actieven, de weinig gekwalificeerde werknemers, werknemers in tijdelijk verband, onafhankelijke beroepsbeoefenaars, oudere werknemers en vrouwen; is evenwel van oordeel dat onderwijs en opleiding moeten worden aangepast om levenslang leren mogelijk te maken voor vrouwen en mannen die werk moeten combineren met zorgtaken in het belang van kinderen en familieleden; is van mening dat dit onder meer kan geschieden door het onderwijs en de opleiding te verstrekken in lokaliteiten in de omgeving van de woning, voorzieningen te treffen voor kinderopvang, of door onderwijs op afstand voor personen die in ver afgelegen gebieden wonen en door het aanbieden van op de persoonlijke behoeften afgestemde programma's en flexibel onderwijs;
11. steht der Ermunterung zu lebenslangem Lernen positiv gegenüber, und zwar sowohl in Bezug auf Erwerbstätige – unabhängig von der Art ihres Arbeitsvertrags –, als auch in Bezug auf nicht Erwerbstätige, weniger qualifizierte Arbeitnehmer, Arbeitnehmer mit befristeten Beschäftigungsverträgen, Selbständige, ältere Arbeitnehmer und Frauen; stellt indessen fest, dass die Ausbildung angepasst werden muss, um das lebenslange Lernen für Frauen und Männer, die die Berufstätigkeit mit der der Betreuung von Kindern und Angehörigen in Einklang bringen müssen, zu ermöglichen; stellt ferner fest, dass dies beispielsweise durch die Verwendung von Räumlichkeiten in der näheren Umgebung, der Organisation von Kinderbetreuung, Fernlehrgänge vor allem für jene, die in abgelegenen Gebieten wohnen, sowie durch konkrete maßgeschneiderte Programme und flexible Unterrichtsmodalitäten realisiert werden kann;

9. juicht het toe dat de Commissie erkent dat goed opgeleide en flexibele werknemers de belangrijkste hulpbron en concurrentiemaatstaf van de Europese Unie vormen; verzoekt de Europese Unie alles in het werk te stellen om de beroepsopleiding van werknemers op alle niveaus te verbeteren, met name onder de weinig gekwalificeerde werknemers; benadrukt dat een investering om de opleiding en vaardigheden van alle werknemers te bevorderen noodzakelijk is ten einde het concurrentievermogen van de industrie in de toekomst te garanderen;
9. begrüßt es, dass die Kommission einräumt, dass gut ausgebildete und flexible Arbeitskräfte die wichtigste Ressource und der wichtigste Wettbewerbsparameter für die EU sind; legt der Europäischen Union nahe, sich auf die Verstärkung des Ausbaus der Kompetenzen der Arbeitnehmer auf allen Niveaus, besonders bei ungelernten Arbeitskräften, zu konzentrieren; weist darauf hin, dass Investitionen in mehr Fortbildung und den Ausbau von Kompetenzen bei allen abhängig Beschäftigten notwendig sind, damit die produzierende Industrie in der EU auch künftig wettbewerbsfähig ist;

14. juicht het toe dat de Commissie erkent dat goed opgeleide en flexibele werknemers de belangrijkste hulpbron en concurrentiefactor van de EU vormen; verzoekt de EU alles in het werk te stellen om de beroepsopleiding van werknemers op alle niveaus te verbeteren, met name onder de weinig gekwalificeerde werknemers;
14. begrüßt es, dass die Kommission erkennt, dass gut ausgebildete und flexible Arbeitskräfte die wichtigste Ressource und der wichtigste Wettbewerbsfaktor für die Europäische Union sind; legt der Europäischen Union nahe, sich auf die Verstärkung des Ausbaus der Qualifikationen der Arbeitnehmer auf allen Niveaus, besonders bei ungelernten Arbeitskräften, zu konzentrieren;

13. juicht het toe dat de Commissie erkent dat goed opgeleide en flexibele werknemers de belangrijkste hulpbron en concurrentiemaatstaf van de Europese Unie vormen; verzoekt de Europese Unie alles in het werk te stellen om de beroepsopleiding van werknemers op alle niveaus te verbeteren, met name onder de weinig gekwalificeerde werknemers;
13. begrüßt es, dass die Kommission einräumt, dass gut ausgebildete und flexible Arbeitskräfte die wichtigste Ressource und der wichtigste Wettbewerbsparameter für die EU sind; legt der Europäischen Union nahe, sich auf die Verstärkung des Ausbaus der Kompetenzen der Arbeitnehmer auf allen Niveaus, besonders bei ungelernten Arbeitskräften, zu konzentrieren;